
Om meerdere redenen kan er in een patroon worden aangegeven dat je de vasten in de achterste lus moet haken. Een vaste bestaat aan de bovenkant uit twee lussen. Als je door de achterste lus moet haken, pak je het voorste lusje niet mee in je steek. Je krijgt dan als het ware een randje te zien in je haakwerk. Soms moet je op een ander moment weer iets aan dit randje vasthaken en soms is het puur voor de sier.
Uitleg Vaste in Achterste Lus

1 – Als je aan de bovenkant van je werk kijkt, zie je de twee lusjes. Je gaat de vaste haken in de achterste lus.

2 – Mijn toer ben ik begonnen met 1 losse. Steek de haaknaald door de achterste lus.

3 – Sla de draad om de naald en haal deze door de eerste lus op de haaknaald heen. Je hebt nu 2 lussen op de haaknaald over.

4 – Sla de draad om de naald en haal de draad door beide lussen op de haaknaald heen.

5 – Je eerste vaste in de achterste lus is gehaakt.

6 – Hier zie je hoe het eruit komt te zien als je een hele toer in de achterste lussen hebt gehaakt. Je krijg een mooi randje te zien.