Uitleg Losse Haken

Uitleg Losse Haken

De losse steek gebruik je in een haakwerk voor vele doeleinden. Vaak gebruik je de losse om je haakwerk op te zetten. Maar ook als je bijvoorbeeld een nieuwe toer begint te haken, dan gebruik je de beginlosse(n), zodat je makkelijk een nieuwe rij verder kan haken. Ook in het werk zelf kunnen lossen gebruiken. Oftewel het is een steek die je moet beheersen om te kunnen haken.

Het symbool dat meestal voor de losse wordt gebruikt in diagrammen is een ovaal. De steek wordt in tekst afgekort als l.

Tip: Haak de losse bij het opzetten van een haakwerk niet te strak. Dan kan je werk gaan trekken. Om dit te voorkomen kan je ook een haaknaald groter gebruiken voor de lossenketting.

Hieronder vind je zowel een video-uitleg als een foto-uitleg van de losse steek.

Video uitleg losse haken

Video Uitleg Losse Haken

Uitleg losse haken

Stap 1 Losse Haken

1. Je begint met de opzetlus. Hou spanning op beide draden. De lange draad hou je over je vinger (of vingers, wat jij het prettigste vindt werken).

Stap 2 losse haken

2. Je slaat de draad om de naald heen. Je trekt de draad die je net om je naald hebt geslagen door de lus heen.

Stap 3 losse Haken

3. Dit is je eerste losse

Lossenketting haken

Hier heb ik 6 lossen gehaakt. De pijltjes geven elk een losse steek aan. In de volgende toer zal je in deze steken gaan haken.

Wil je meer steken leren haken? Bekijk dan het overzicht met alle haaksteken.